Wetsvoorstel Integere bedrijfsvoering zorgaanbieders
Op 16 september 2019 schreef ik over de vraag vanuit de Nederlandse Zorgautoriteit en Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd naar meer bevoegdheden t.a.v. toezicht op integere bedrijfsvoering.
Die bevoegdheden lijken er nu echt te komen.
In de kamerbrief van 4 november 2020 bespreekt minister Van Ark de stand van zaken van het Wetsvoorstel Integere bedrijfsvoering zorgaanbieders (Wibz).
Het doel van het wetsvoorstel is onder meer dat zorgaanbieders gaan investeren in een integere en professionele bedrijfsvoering en in mechanismen die borgen dat hun bedrijfsvoering transparant, integer en beheerst is. Dat is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van zorgaanbieders zelf. In sommige gevallen bleek echter de maatschappelijke doelstelling van de zorgaanbieder ondergeschikt gemaakt aan zakelijke of privébelangen van individuen binnen die organisatie. Daarom acht de minister aanvullende maatregelen vanuit de overheid nodig.
Het Wetsvoorstel integere bedrijfsvoering zorgaanbieders (Wibz) heeft tot doel:
Het beter borgen van de integere bedrijfsvoering van zorgaanbieders door het aanscherpen van de publiekrechtelijke randvoorwaarden.
Het externe toezicht voorzien van extra handvatten om zorgaanbieders aan te spreken op hun verantwoordelijkheid voor een zorgvuldige bedrijfsvoering. Bij twijfels over tegenstrijdige belangen of excessieve winstuitkering door zorgorganisaties moet het externe toezicht in de toekomst sneller en voortvarender kunnen optreden en personen die met de verkeerde intenties aan de slag willen binnen de zorg moeten beter kunnen worden geweerd.
Samen met de NZa en IGJ wil de minister het extern toezicht op de integere en professionele bedrijfsvoering binnen zorgaanbieders verder versterken.
In de Wibz zal de mogelijkheid worden geïntroduceerd om voorwaarden te stellen aan winstuitkering door hoofd- en onderaannemers in de extramurale zorg, en onderaannemers in de intramurale zorg bekostigd uit de Zvw, Wlz en/of Jeugdwet. De aard van de voorwaarden en het tijdstip van inwerkingtreding kunnen variëren per categorie van zorgaanbieders en worden gekoppeld aan het zich voordoen van bepaalde risico’s en excessen in een sector en de noodzaak die tegen te gaan. Daarnaast wordt onderzocht of het wenselijk, (juridisch) mogelijk en handhaafbaar is een norm te ontwikkelen voor maatschappelijk maximaal aanvaardbare winstuitkering.
Hoe is de rolverdeling nu geregeld?
De NZA ziet toe op de betaalbaarheid, toegankelijkheid en transparantie van de zorg. De IGJ ziet toe op de kwaliteit en veiligheid van de zorg. Kwesties van belangenverstrengeling, integere bedrijfsvoering en goed bestuur in de zorg zijn een interne gelegenheid: de IGJ en de NZa kunnen bij een schending van deze normen niet (rechtstreeks) handhaven. Dit gaat dus straks veranderen.
Wij houden de ontwikkelingen voor u in de gaten.